Hollandse herder

De Hollandse herdershond

Animatie van donkergestroomde vrolijke Hollandse herder

Achtergrond

In het verleden vond ontbossing plaats om eenvoudig nieuwe akkergronden te verkrijgen. Oude uitgeputte akkergronden vormden open vlakten.

Door schapenteelt (met name in de middeleeuwen) en plaggensteken voor akkerbouw kon heide zich uitbreiden over de open vlakten. Open vlakten werden 'gemeenschappelijke grond' of 'woeste grond' genoemd.

Tussen heide kon een bepaalde schaapsoort voedsel vinden. Het voedsel bestond uit groen van bomen en struiken welke op natuurlijke wijze was uitgezaaid. Heideschapen werden gehouden voor de productie van wol, vlees en mest.

Grote heidegebieden waren te vinden in Gelderland (de Veluwe, de Achterhoek), Utrecht (en het Gooiland), Overijssel, Drenthe, midden en noord Limburg, Brabant (de Peel en de Kempen).

Binnen Nederland zijn heideschapen tot het einde van de negentiende eeuw ingezet voor landbouw.

Herdershond

Schaapskudde, een Brabantse herder verdedigd zijn kudde samen met de hond rond 1470 Met 'herdershond' wordt al aangegeven dat het gaat om de hond van een herder. De taak van een herder is op een groep of kudde dieren passen waarbij de herdershond zijn maatje is die hem daarbij helpt.

De herdershond moest een voorttrekkende kudde dieren kunnen opbrengen, drijven en hoeden. Daarnaast moest de herdershond in staat zijn om een herder te helpen bij het bewaken en verdedigen tegen wilde dieren of rovers.

Schaapskudde, een Nederlandse herder met zijn kudde en hond rond 1885 Binnen Europa waren globaal twee soorten herdershonden te onderscheiden. De eerste (en oudste) soort werkte in bergachtige streken van Midden-, Zuid- en Oost-Europa. In West-Europa werkte een tweede soort op uitgestrekte, betrekkelijk laag gelegen en vlakke heidevelden met daarnaast uiterwaarden, duinen en wegbermen.

Oud landras

Schaapskudde, een Nederlandse herder met zijn kudde en hond rond 1900 Om tijdens dagelijkse tochten op de heide nieuw voedsel te kunnen vinden, was een herder de hele dag met zijn hond aan het werk.

Een herder was meestal langere tijd van huis en maakte vaak hele omzwervingen. Daarom moest de Inlandse herdershond niet te zwaar gebouwd, vlug, oplettend en goed beschermd zijn tegen het wisselvallige klimaat.

Schaapskudde, een Meppelse herder met zijn kudde en hond rond 1906 De aard van een Inlandse herdershond was ontstaan door het werk van vorige generaties. Er werd uitsluitend gefokt met goede gebruikshonden bij het hoeden.

Rashond

Rond het einde van de negentiende eeuw zijn Nederlandse heidegebieden ontgonnen tot bouw- of graslanden (cultuurlandschap).

Schaapskudde, een Almelose herder met zijn kudde en hond rond 1910 Voor landbouw waren heideschapen overbodig geworden. Het 'eeuwenoude' werk van de Inlandse herdershond verdween in korte tijd.

In dezelfde periode kwam er op tentoonstellingen meer belangstelling voor de Inlandse herdershond. Daardoor is in 1875 de basis gelegd voor een rasstandaard.

Schaapskudde, een Nederlandse herder met zijn kudde en hond rond 1917 De Hollandse herdershond is ontstaan door met Inlandse herdershonden te fokken volgens een rasstandaard.
Er vond in eerste instantie voornamelijk selectie plaats op het uiterlijk.
Later werd ook het karakter belangrijker.
Inmiddels zijn de raspunten vijf keer aangepast. De huidige rasstandaard is van 2009.

Rasbeschrijving

Schaapskudde, een Veluwse herder met zijn kudde en hond rond 1925 Hieronder is deels vermeld hoe de Hollandse herdershond in de huidige rasstandaard omschreven is.

Voor de 'ledematen', 'vacht', 'kleur' omschrijvingen en meer informatie, verwijs ik u door naar de internetpagina van de Nederlandse herdershonden club.


Kort historisch overzicht

De oorsprong van de Hollandse Herdershond ligt op het platteland.
Nederland was al vroeg in de geschiedenis een cultuurlandschap dat onder meer werd onderhouden met behulp van schaapskuddes.
De honden moesten de schapen uit de cultuurgewassen houden en dat deden ze door naast de kudde te patrouilleren op wegkant of akkerrand.
Ook begeleidden zij de kuddes op weg naar de gemeenschappelijke weides, markten en havens.
Op de boerderij hielden ze de kippen uit de moestuin, haalden de koeien op voor het melken en trokken de melkkar.
Zodra er vreemd volk het erf op kwam, werd de baas gewaarschuwd.
Rond 1900 waren de schaapskuddes grotendeels verdwenen.
De veelzijdigheid van de Hollandse Herdershond maakte hem geschikt voor de toen beginnende dressuur.
Zo begon hij een nieuwe carrière als politiehond, speurhond en blindengeleidehond.
Hij is nog steeds geschikt voor het hoeden van schapen.
De oorspronkelijke standaard dateert van 12 juni 1898.

Algemeen voorkomen

  • Middelgrote, middelzware, goed gespierde hond, krachtig en evenredig gebouwd.
  • Veel uithoudingsvermogen, levendig temperament en intelligente uitdrukking.
  • Naar beharing onderscheidt men variëteiten ruw, kort en lang.

Belangrijke verhoudingen

  • De lichaamslengte (van boeggewricht tot zitbeenknobbel) is meer dan de schofthoogte, ongeveer 10 : 9, passend voor een draver.
  • De verhouding van de lengte van de voorsnuit tot de bovenschedel is 1 : 1.

Gedrag/temperament

  • Zeer trouw en betrouwbaar, steeds oplettend, waakzaam, actief, zelfstandig, met doorzettingsvermogen, intelligent, bereid te gehoorzamen en begaafd met de ware herdershonden aard.
  • De Hollandse herdershond werkt graag samen met de baas en hij voert een taak die hem wordt opgedragen zelfstandig uit.
  • Hij moet bij grotere kuddes kunnen samenwerken met meerdere honden.

Hoofd

  • In goede verhouding tot het lichaam. Van boven en opzij gezien wigvormig.
  • De vorm is eerder gestrekt dan zwaar, zonder plooien, droog, met vlakke wangen en geen geprononceerde jukbeenderen.
  • Door de beharing lijkt het hoofd van de ruwhaar een meer hoekige vorm te hebben, dit is schijn.

Bovenschedel

  • Schedel.
    • Vlak.
  • Stop.
    • Weinig, maar wel duidelijk aanwezig.

Aangezicht

  • Voorsnuit.
    • Iets langer dan het vlakke voorhoofd.
    • De neusrug recht en loopt evenwijdig met de bovenschedel.
  • Neus.
    • zwart.
  • Lippen.
    • Goed aangesloten en goed gepigmenteerd.
  • Gebit.
    • Scharend, krachtig, regelmatig en compleet.
  • Ogen.
    • Donker gekleurd en middelgroot.
    • De oogspleet is amandelvormig en enigszins schuin geplaatst.
    • De ogen mogen niet te ver uiteen staan en niet uitpuilen.
  • Oren.
    • Middelgroot.
    • Als de hond alert is, hoog gedragen en straf opstaand.

Hals

  • Niet te kort, droog, zonder plooien en geleidelijk verlopend in de romp.

Lichaam

  • Stevig, maar niet lomp.
  • Bovenbelijning.
    • De hals loopt vloeiend over in de bovenlijn van de romp, waarbij hoofd en hals op een natuurlijke wijze gedragen worden.
  • Rug.
    • Recht en krachtig.
  • Lendenen.
    • Stevig, niet lang of smal.
  • Bekken.
    • Licht hellend, niet kort.
  • Onderborst en buik.
    • Gaat geleidelijk over in de buiklijn.
  • Borstkas.
    • Diep en voldoende lang, niet smal, ribben licht gewelfd.
  • Voorborst.
    • Redelijk goed ontwikkeld.

Staart

  • In rust recht hangend of met een lichte buiging. Lengte tot het hielbeen.
  • In actie sierlijk opwaarts gedragen, nooit krullend of zijwaarts.

Gangwerk

  • De Hollandse Herdershond is een draver met een ruim, vlot en soepel gangwerk, zonder teveel stuwkracht of uitgrijpen.

Maat en gewicht

  • Schofthoogte.
    • Reu.
      • Van 57 tot 62 centimeter.
    • Teef.
      • Van 55 tot 60 centimeter.
  • Gewicht.
    • Reu.
      • Wordt niet vermeld in de rasstandaard.
    • Teef.
      • Wordt niet vermeld in de rasstandaard.

Fouten

Elke afwijking van de voorgaande punten (m.a.w. rasstandaard) moet als fout worden aangemerkt en naar de ernst ervan zwaarder worden aangerekend evenals de invloed op het gezond functioneren, het welzijn van de hond en op zijn vermogen om zijn oorspronkelijke werk uit te voeren.

Diskwalificerende fouten

Agressief of overdreven schuw, ontbreken van rastype, elke hond die duidelijke lichamelijke afwijkingen of gedragsstoornissen toont, zal worden gediskwalificeerd.

Literatuur

Boek
Titel: De Hollandse herder
Auteurs: Triebels en Helmers-de Regt
Uitgever: Thieme - Zutphen
ISBN nummer: 90 03 97400 4

Microsoft Office Word document
Bestandsnaam: 223gb2009.doc
Titel: FCI-Standard No. 223 GB / rasstandaard Hollandse herdershond
Auteur: Nederlandse Herdershonden Club
Uitgever: Federation Cynologique Internationale (AISBL)
Internetadres: www.fci.be

Animatie van een donkergestroomde rennende Hollandse herder